Taalproblemen + autisme

In het Speciaal Onderwijs (cluster-4) hebben wij ervaring opgedaan in het onderzoeken en behandelen van kinderen met autisme, of aan autisme verwante contactstoornissen.Autisme is een pervasieve ontwikkelingsstoornis die zich kenmerkt door beperkingen in de sociale interactie, de communicatie en door steeds herhalend gedrag. Al in het prille levensbegin blijkt de communicatie niet op gang te komen. Het lijkt alsof het kind de signalen die de ouders uitzenden niet begrijpt. De communicatie komt niet spontaan tot stand, maar moet voortdurend gestimuleerd worden. De stoornis is al aanwezig voor de geboorte, maar is op zeer jonge leeftijd maar is op zeer jonge leeftijd nog niet duidelijk te diagnosticeren. Vaak is dat vanaf het derde levensjaar mogelijk, maar het kan ook pas op latere leeftijd duidelijk worden. Er zijn verschillende vormen van autisme te onderscheiden: Klassiek autisme, PDD NOS, Syndroom van Asperger en NLD. Elke vorm van autisme heeft zijn eigen symptomen.


Logopedie bij autisme

Mensen met autisme hebben moeite met communiceren. Een logopedist kan daarbij helpen.

Met welke problemen kun je terecht bij een logopedist?

Misschien herken je een van de problemen hieronder.

  • Andere mensen begrijpen je vaak verkeerd.
  • Je vindt het moeilijk om contact te maken met iemand anders.
  • Als iemand anders iets zegt, praat je daar vaak doorheen.
  • Iemand bedoelt iets figuurlijk, maar jij denkt dat de opmerking letterlijk bedoeld is.
  • Mensen vinden dat je soms bot overkomt. Bijvoorbeeld doordat je vaak eerlijk zegt wat je denkt.


Hoe kan een logopedist je helpen?

Voor mensen met autisme is de inhoud van taal moeilijk. En het gebruik van taal ook. Een logopedist kan daarbij helpen:

  • Een logopedist kan mensen met autisme begeleiden en helpen te communiceren met anderen.
  • Een logopedist kan ook de familie, vrienden en docenten van mensen met autisme uitleggen wat autisme is. Hoe autisme bij deze persoon werkt. En hoe je het beste met deze persoon kan communiceren.
  • Vaak werkt een logopedist samen met een arts, een gedragsdeskundige en de ouders. En natuurlijk met de persoon met autisme.


Visuele ondersteuning
Kinderen met ASS hebben moeite met de informatieverwerking, en het is belangrijk om te ontdekken wat hen kan helpen om de taal, die ze om zich heen horen, ook te begrijpen en te gaan gebruiken.
Informatie, die je visueel ondersteunt door afbeeldingen, of woorden, is minder snel weg, en hierdoor beter te verwerken dan alleen auditief aangeboden taal. Daarom werk je bij kinderen met autisme ook vaak met beeldmateriaal. Dit kunnen foto’s zijn, picto’s, andere afbeeldingen of gewoon woorden en zinnen, afhankelijk van het niveau van het kind.
Voor enkele kinderen, die nog helemaal niet spreken, moet je nog een stapje terug en koppelen we taal aan concreet materiaal en concrete handelingen. Zij moeten de symbolische betekenis van taal nog ontdekken.
Door aan te sluiten bij hun ontwikkelingsniveau, hun taalbegrip en hun geheugen te ondersteunen probeer je de taalontwikkeling op gang te brengen. Soms leren kinderen dan ook op latere leeftijd nog taal gebruiken.


Echolalie en stereotyp taalgebruik
Je kan ook gebruik maken van dat, waar deze kinderen soms sterk in zijn: echolalie / ‘papegaaien’: het letterlijk herhalen van de taal, die ze horen. Er zijn kinderen, die al wel volzinnen gebruiken, terwijl ze moeite hebben om de gewone dingen onder woorden te brengen. Dat komt omdat ze taal leren door te imiteren. Soms gebruiken ze die ‘geleende taal’ adequaat, maar soms ook op momenten, dat het niet hoeft. En vaak is hun ‘geleende taal’ te beperkt om echt te kunnen communiceren.
Tegelijk is dit gegeven een belangrijk aanknopingspunt om taal te leren. We oefenen binnen de logopedie dan ook veel gebruikte zinsstructuren, die kinderen ook kunnen inzetten in het dagelijks leven. Zo breidt hun taalgebruik zich uit. Door het geleerde toe te passen in verschillende contexten en op verschillende momenten, kan het kind hiermee leren communiceren en wordt de ‘geleende taal’ ook zijn/haar eigen taal. Voordoen – samen doen – nadoen is hierbij een belangrijk leerprincipe.
Samenwerking met de ouders en de directe omgeving is belangrijk om het geleerde ook toe te kunnen passen in de praktijk.


Liedjes
Een ander sterk punt van kinderen met een ASS-problematiek is, dat ze gevoelig zijn voor liedjes. Liedjes worden beter onthouden dan losse zinnen en kunnen dan ook gebruikt worden om nieuwe zinnen te leren. Vervolgens moeten deze zinnen dan ook in een andere situatie, zonder melodie, terugkomen, zodat ze niet alleen gezongen, maar ook gebruikt kunnen worden in het dagelijks leven.


Agenda en digitale hulpmiddelen
Bij oudere kinderen en tieners met een ASS-problematiek gebruik je soms de agenda of de tablet en/of de ipad om het taalgebruik te stimuleren.
De agenda geeft een kind meer inzicht in de tijd. Op een tablet of ipad kun je ook belevenissen in foto’s en/of pictogrammen invoeren in een digitale agenda. Ook zijn er veel apps ontwikkeld om de taal te stimuleren. Veel kinderen vinden het ook erg leuk om te oefenen met behulp van een tablet of een ipad, en doordat hun motivatie dan beter is, staan ze ook meer open voor het leren van taal.


Sensorische Integratie
Veel kinderen met ASS hebben een andere manier van informatie verwerken. Hun zintuigen reageren anders, en met name op auditief en tactiel gebied is er vaak een sterke gevoeligheid, waardoor een kind snel overprikkeld is. Overprikkeling kan het leren, en zo ook de taalontwikkeling in de weg staan. Soms hebben kinderen ook juist een sterkere prikkel nodig om hun eigen lichaam te ervaren, en om alert genoeg te zijn om informatie tot zich te nemen.
Het is daarom belangrijk om het Sensorisch Profiel van een kind met autisme in kaart te brengen. Dit doen wij met behulp van de Sensory Profile (voor kinderen van 3 – 11 jaar) en voor tieners en volwassenen met behulp van de AASP (Adolescent Adult Sensory Profile). Hierdoor krijg je inzicht in de zintuigverwerking, en kun je samen met de directe omgeving nadenken over interventies, die ingezet kunnen worden als er sprake is van onder- of overprikkeling.

Het blijft een uitdaging om te werken met kinderen en tieners met autisme. Het is mijn ervaring dat je wel degelijk een contact met hen kunt opbouwen. Hun contactname is anders, maar ook hierin kunnen ze nog veel leren. Ook is het mooi om te zien hoe sommige kinderen op latere leeftijd toch nog taal gaan gebruiken.
Voor tieners en jongeren blijft het belangrijk om hun taalgebruik uit te bouwen, en in nieuwe situaties opnieuw taal te leren, die ze nodig hebben om zich te kunnen redden in deze samenleving.

Share by: